-
1 knijpen
kinipíDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > knijpen
-
2 щипать
knijpen ; bijten -
3 to pinch
knijpennijpen -
4 to throttle
knijpen -
5 nip
n. kneep; kou; slokje; beet; uitbraak--------v. knijpen; bijten; vloeken; (voort-, los-) barsten; slikken; verwoestennip1[ nip] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉1 kneep ⇒ het knijpen, beet♦voorbeelden:————————nip2〈 nipped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:nip at • happen naar -
6 chicken out
(Slang) ergens tussenuit knijpen, geloof in zichzelf verliezen of de moed verliezen (zoals in "Tom wilde Diana mee uitvragen, maar durfde het op het laatste moment niet")chicken out〈 informeel〉♦voorbeelden:chicken out of doing something • ervoor terugschrikken iets te doen -
7 pinch
n. kneep; pijn; beetje, snuifje--------v. knijpen; druk zetten op; bezuinigen; knellenpinch1[ pintsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kneep♦voorbeelden:2 the pinch of poverty/hunger • de nijpende armoede/hongerif it comes to the pinch • als de nood aan de man komtfeel the pinch • de nood voelen¶ at a pinch • desnoods, in geval van nood————————pinch2♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 knijpen ⇒ dichtknijpen, knellen, klemmen♦voorbeelden:be pinched for money • er krap bij zitten -
8 tweak
n. het met een ruk knijpen; krachtig ruk; handeling van in werking stellen van fijne aanpassingen (aan een mechanisme, enz.); plagende grap, plagende handeling--------v. knijpen (in), rukken (aan), trekken (aan); fijne aanpassingen aanbrengen (aan een mechanisme, enz.); plagentweak1[ twie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tweak2〈 werkwoord〉 -
9 bunk
n. (stapel)bed, kooi; slaapbank; bunkum (platte taal)--------v. er tussenuit knijpen, hem smerenbunk1[ bungk]1 (stapel)bed ⇒ kooi, slaapbank/plaats♦voorbeelden:¶ 〈Brits-Engels; slang〉 do a bunk • ertussenuit knijpen, 'm smeren1 〈 verkorting〉[bunkum]————————bunk2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ bunk up bunk up/ -
10 squeeze
n. samendrukking, druk--------v. afpersen, wringen; dringen; drukken; samenpersen; knijpen; afgeperst gedrongensqueeze1[ skwie:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 samendrukking ⇒ pressie, druk2 uitgeperste/uitgeknepen hoeveelheid3 gedrang♦voorbeelden:put the squeeze on someone • iemand onder druk zetten————————squeeze22 wurmen ⇒ dringen, zich wringen♦voorbeelden:squeeze up a bit • schuif nog wat opsqueeze through the crowd • zich een weg door de menigte banenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:4 how can she squeeze so many things into one single day? • hoe krijgt ze zoveel dingen op één dag gedaan? -
11 défiler
défiler [deefielee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉→ chapelet1 er stilletjes vandoor gaan ⇒ ertussenuit knijpen, 'm smeren1. v1) afrijgen2) uitrafelen3) defileren, voorbijmarcheren2. se défilerv2) zich drukken -
12 éclipser
éclipser [eekliepsee]2 overschaduwen ⇒ in de schaduw stellen, overvleugelen♦voorbeelden:1 ses espérances s'éclipsent • zijn, haar verwachtingen gaan in rook op1. v1) verduisteren2. s'éclipserv -
13 fouetter
fouetter [foe.ettee]→ queueII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 met de zweep slaan ⇒ (op)zwepen, voortzwepen2 geselen ⇒ kastijden, met de roede slaan3 kloppen ⇒ klutsen, slaan5 aansporen ⇒ prikkelen, opwekken, aanwakkeren♦voorbeelden:→ chatv1) kletteren, slaan2) stinken3) 'm knijpen4) (op)zwepen5) kastijden, geselen6) kloppen7) aansporen -
14 mouiller
mouiller [moejee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nat maken ⇒ bevochtigen, invochten♦voorbeelden:→ ancre2 betrokken raken (bij) ⇒ in opspraak komen, zich compromitterenv2) 'm knijpen3) geil worden4) nat maken, bevochtigen5) aanlengen -
15 pincement
pincement [pẽsmã]〈m.〉♦voorbeelden:m1) (het) tokkelen [snaren] -
16 pincer
pincer [pẽsee]1 knijpen2 samenknijpen ⇒ vastklemmen, op elkaar klemmen♦voorbeelden:se faire pincer • opgepakt worden, betrapt worden; 〈 ook〉 het te pakken krijgen 〈 ziekte, verliefdheid〉♦voorbeelden:v1) knijpen2) vastklemmen3) betrappen4) snijden, door merg en been gaan5) tokkelen6) toppen [plant]7) innemen [naaiwerk] -
17 presser
presser [pressee]♦voorbeelden:rien ne presse • er is geen haast bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uit)persen ⇒ (uit)knijpen, drukken2 vervolgen ⇒ kwellen, aandringen (bij)3 verhaasten ⇒ bespoedigen, spoed zetten achter♦voorbeelden:presser les rangs • de gelederen (dicht aaneen)sluitenpresser la mesure • het tempo opvoerenpresser le pas • vlugger gaan lopen♦voorbeelden:allons, pressons • kom, laten we opschietenv1) haast hebben2) (uit)persen, (uit)knijpen3) kwellen, vervolgen4) verhaasten5) druk uitoefenen [op iemand] -
18 прищемить
klemmen, knijpen -
19 прищемлять
klemmen, knijpen -
20 бояться
v1) gener. bang, ontzien, schuwen, vrezen, bang zijn voor, benauwd zijn voor (чего-л.), beschroomd zijn, bevreesd zijn voor, duchten, een afschrik hebben (van-êîãî-ô., ÷åãî-ô.), in zijn rikketik zitten, schromen, tegen (iets) opzien (чего-л.), versagen, voogdijschap (iem.) vrezen (кого-л.), voor (iets) beducht zijn (чего-л.), vrees koesteren, vrezen voor (кого-л., чего-л.), zich bezwaard maken over (iets) (чего-л.), zijn hart vasthouden2) colloq. 'em knijpen, piepzak zitten
См. также в других словарях:
knijpen — pingi … Woordenlijst Sranan
Nip — Nip, v. t. [imp. & p. p. {Nipped}, less properly {Nipt}; p. pr. & vb. n. {Nipping}.] [OE. nipen; cf. D. niipen to pinch, also knippen to nip, clip, pinch, snap, knijpen to pinch, LG. knipen, G. kneipen, kneifen, to pinch, cut off, nip, Lith.… … The Collaborative International Dictionary of English
Nipped — Nip Nip, v. t. [imp. & p. p. {Nipped}, less properly {Nipt}; p. pr. & vb. n. {Nipping}.] [OE. nipen; cf. D. niipen to pinch, also knippen to nip, clip, pinch, snap, knijpen to pinch, LG. knipen, G. kneipen, kneifen, to pinch, cut off, nip, Lith.… … The Collaborative International Dictionary of English
Nipping — Nip Nip, v. t. [imp. & p. p. {Nipped}, less properly {Nipt}; p. pr. & vb. n. {Nipping}.] [OE. nipen; cf. D. niipen to pinch, also knippen to nip, clip, pinch, snap, knijpen to pinch, LG. knipen, G. kneipen, kneifen, to pinch, cut off, nip, Lith.… … The Collaborative International Dictionary of English
Nipt — Nip Nip, v. t. [imp. & p. p. {Nipped}, less properly {Nipt}; p. pr. & vb. n. {Nipping}.] [OE. nipen; cf. D. niipen to pinch, also knippen to nip, clip, pinch, snap, knijpen to pinch, LG. knipen, G. kneipen, kneifen, to pinch, cut off, nip, Lith.… … The Collaborative International Dictionary of English
To nip in the bud — Nip Nip, v. t. [imp. & p. p. {Nipped}, less properly {Nipt}; p. pr. & vb. n. {Nipping}.] [OE. nipen; cf. D. niipen to pinch, also knippen to nip, clip, pinch, snap, knijpen to pinch, LG. knipen, G. kneipen, kneifen, to pinch, cut off, nip, Lith.… … The Collaborative International Dictionary of English
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Liste Swadesh Du Néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste Swadesh du neerlandais — Liste Swadesh du néerlandais Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste Swadesh du néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste swadesh du néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français